100-jarige Antoinette van Gennip: ‘Een vrolijk mens, maar een strenge opvoeder’
Een eeuw op planeet aarde rondlopen is niet ieder voorbehouden, maar Antoinette van Gennip is een van de uitverkorenen. De 100-jarige werd op 27 augustus 1923 in het rijstdistrict Nickerie geboren en verhuisde later naar Paramaribo. Na op enkele plekken in de hoofdstad te hebben gewoond, vestigde ze zich rond haar 48e in Geyersvlijt, waar ze tot de dag van vandaag met plezier woont. Ze is het laatste- en enige nog levende kind, uit het kroost van dertien die Constancie van Gennip en John Greeham hebben verwekt. Als aan de bejaarde vrouw wordt gevraagd wat het geheim is om een eeuw te bereiken zegt ze: “Het is genade van de Heer en dan begint ze met het zingen van: De Heer is mijn Herder. Hij zal mij geleiden naar grazige weiden,” klinkt haar fijn stemmetje.
Ik hield geen vriendinnen op naAntoinette van Gennip
Beroepsjaren
Hoewel haar benen soms weigeren, is ze nog helder van geest. Echter is het stemvolume iets minder luid, maar ze kan ze zich de naam van haar ouders goed herinneren. Waar ze heeft gewoond en wat haar hobby’s zijn geweest, weet ze ook. De bejaarde vertelt dat ze in haar jonge jaren geen vriendinnen heeft gekend. “Ik zat de hele tijd achter me machine te stikken.” Ondersteund door twee van haar kleinkinderen, Muriel Kolf en Synesta Creton staat ze De Snelle Pen te woord. De 100-jarige heeft jaren voor verschillende personen in de huishouding gewerkt en op een later moment bij marktinterventie. “Mi ben de in mi oso e naai mi mamio en haakte vaker tafelkleedjes. Ik heb ook gestreken voor mensen en heb het met plezier gedaan”, haalt oma herinnering uit haar beroepsjaren op. De moeder van twee nog levende kinderen, dertien kleinkinderen, achttien achterkleinkinderen en bed achterkleinkind staat het interview af op het adres aan de Difoestraat. Dat de 100-jarige een Godvrezende vrouw is en een belijdende EBG’er, blijkt wanneer ze haar favoriete lied begint te zingen. Dit is het lied dat ze op elke jaardag van haar kinderen en kleinkinderen, vrienden en kennissen zingt. “Gado wani ala sani mus’ waka bun gi yu. En alwasi watra krasi Gado kowru hem gi yu.”
Hoe is oma met de kleinkinderen omgaan?
“Elke avond werden onze schoolkleren gestreken en ‘s morgens werd er broodbeleg gemaakt en hartige hapjes. Onze thee en brood werd klaargezet en m’n jongere broer en jongere zus werden door oma naar school gebracht en opgehaald. Op onze jaardagen maakte ze de planning voordat m’n moeder dat had gedaan. De taart werd dan op school bezorgd en dat is tot m’n eerste jaar op het lbgo gebeurd,’’ vertelt Muriel.
Wat zijn de leuke herinneringen die u als kleindochter met oma heeft ervaren?
“Oma hield van koken; met de kerstdagen werden pom, pastei en maïzenakoekjes gebakken. Me grootmoeder heeft me vanaf ik een baby van een maand was, opgevoed,” zegt Muriel.
Kleinkind
“Ze is lief een mens met een groot hart en heeft heel veel personen geholpen en bijgestaan. M’n oma heeft mensen in huis opgevangen. De zoon van een vriendin van m’n moeder leed een zwerversbestaan. Oma ging ‘s morgens en ‘s middags uit huis om eten over straat voor de man te brengen. Haast elk kleinkind heeft een gehaakte tafelkleed en een mamio-laken van oma,”vult kleindochter Muriel aan die met oma woont.
Gesteldheid
Haar gezondheid is niet altijd stabiel geweest. Tien jaar terug werd oma getroffen door een longontsteking, maar ze kwam erbovenop. Ook de Corona-periode heeft de vrouw overleeft. Door haar voorzichtigheid is ze nooit besmet geraakt met het virus. “Met de komst van Covid is oma niet meer buiten de poort geweest. Oma zat binnen met de hand sanitizer, alcohol en zakdoek. Elke keer dat iemand met haar in aanraking kwam, wilde ze haar lichaam meteen wassen,” vervolgt Muriel die de zorg draagt over de seniorenburger. Daarnaast heeft het overlijden van haar oudste zoon en haar eerste dochter invloed op haar gesteldheid gehad, ondanks ze een sterke vrouw is.
Dochter, Sandra Creton, omschrijft haar moeder als een hardwerkende vrouw die altijd voor haar kinderen heeft klaargestaan. “Een vrolijk mens en een strenge opvoeder. We kregen vaker te horen: “Mi no wan’ un prey nanga birti p’kin en om zes uur moeten jullie binnen zijn,” deelt dochter Sandra haar ervaring. Het eerste kleinkind Marnie Blackman vult aan: “Als ik van het werk thuis aankwam, was me eten al gedekt door oma. Ze is als een moeder voor me geweest. “Ik vond het leuk als ik met m’n oma overal mee mocht.”