De 84-jarige, Christien Noordwijk, heeft samen met haar moeder rijst verbouwd op het perceel waarop ze nu verblijft. De seniorenburger herrinert zich die periode als de dag van gisteren. Plantage Beekhuizen, behoorde toen aan de EBGS toe. Thans bezit de Stichting Kinderhuis Saron der EBGS nog bijkans driehonderd percelen in het gebied, dat nu bekend staat als ressort Beekhuizen.
Rijst verbouwen
De familie heeft drie percelen naast elkaar in huurpacht van de stichting. “We deden aan landbouw. Ik heb mijn moeder nooit rijst zien kopen. Toen ik me tweeënvijftig jaar geleden op het terrein vestigde, heb ik de grond opgevuld,” zegt de 84-jarige die zeer helder van geest is.
De seniorenburger vertelt vlot over haar jeugdjaren in de omgeving Toekomst. Hoewel de vrouw zich met een rollator verplaatst, weet ze niet wat stilzitten is. “Mi opereer na mi baka tu lesi, maar mi no lob’ te a presi doti. Mi no man tan nanga sma. De dokter heeft voorgesteld dat ik niet meer alleen mag wonen,” merkt de kranige Christien op.
Over het dispuut waarin onder andere haar familie is verwikkeld met de stichting maakt ze zich net zo kwaad als haar jongere broer ‘oom biel’. “Als mijn moeder nog in leven was, zou het zijn dat ze langer dan honderd jaar betaald voor het perceel. Dat kan niet! Het is oneerlijk! Me moeder is op 99-jarige leeftijd overleden en ze betaalde nog huurpacht. “Mi lob’ EBG, omdat ik belijdend EBG’er ben. Maar dis’ no kan! EBG no ab’ einde,” hekelt de oud-verpleegkundige.
Lopen
De 84-jarige vertelt over haar schooljaren, waarbij ze van de Toekomstweg moest lopen naar de Benjaminschool, waar de Schoonhovenschool nu staat. Tot de 3e klas van de basisschool heeft ze op die school gezeten, totdat haar vader kwam te ontvallen. Ze werd ingeschreven op de Buchnerschool en bezocht later de 7e en 8e klas van het ULO van de van Sypesteynschool.
Haar meisjesdroom was om zendeling te worden en heeft drie jaar op Stoelmanseiland in die hoedanigheid gefunctioneerd. Oma beleid het EBG-geloof en heeft haar belijdenis afgelegd. Na haar periode als zendeling, kwam ze terug in Paramaribo en werd de eerste wijkverpleegkundige van het Diakonessenziekenhuis. Ze gaf drie jaar haar krachten aan de instelling, totdat ze in het huwelijksbootje stapte. Van haar echtgenoot mocht de vrouw niet werken. Nadat het huwelijk op de klippen liep heeft Christien voor vierentwintig jaar bij het ministerie van Sociale Zaken gewerkt.
Eenheid
Oma Christien noemt discriminatie niet iets van deze tijd. In haar omgeving heeft ze wel eenheid gekend tussen creolen en Hindostanen. “Als me Hindostaanse buurman mij niet ziet, vraagt hij waar ik ben. Fa mi de dya alasma e let tap mi. Ik ben zachtmoedig mi no ab bigifasi.” De 84-jarige blikt leerrijk terug naar haar jeugdjaren. Ze herrinert zich de periode in de tienerclub voor meisjes, Daw Drop, van de EBGS. Er werd onder andere voorlichting gegeven over relaties, werkgelegenheid en het voorkomen van tienerzwangerschap.
Christien verwekte zes kinderen van wie een is komen te ontvallen. “We waren gehoorzaam want me moeder moest alleen voor negen kinderen zorgen. M,n vader overleed toen ik amper negen jaar was en mijn moeder stierf op 99-jarige leeftijd,” besluit de oude vrouw.