Miljoenenproject gewezen ministerie van Sport en Jeugdzaken in verval-kapitaalvernietiging
Wat ooit een ambitieus project moest worden voor de huisvesting van het Ministerie van Sport en Jeugdzaken, is vandaag de dag niet meer dan een verloederd, vervallen gebouw. Dat blijkt uit orientate van De Snelle Pen bij het pand op de hoek van de Marowijne- en Coesewijnestraat. De bouw, die in 2012 begon met grote beloftes, werd om onduidelijke redenen stilgelegd en sindsdien heeft het pand zich getransformeerd in een desolate plek vol zwerfvuil en verloedering.
Loze beloften
De oorspronkelijke plannen waren groots: een modern gebouw van 4000 vierkante meter op de hoek van de Marowijne- en Coesewijnestraat, voorzien van zonnepanelen en ingericht om alle afdelingen van het ministerie samen te brengen. Het aannemersbedrijf Kiesel kreeg in opdracht van het Ministerie van Openbare Werken de verantwoordelijkheid voor de bouw. Echter, ondanks optimistische uitspraken van toenmalig minister Joan Dogojo in 2018, die hoopte op oplevering in 2019, bleef het project roerloos liggen.
Van overheidskantoor naar spookgebouw
Wat resteert, is een pijnlijk voorbeeld van kapitaalvernietiging. Het onafgemaakte pand, waarin miljoenen Surinaamse dollars zijn geïnvesteerd, is nu niets meer dan een ruïne. Onkruid overwoekert de omgeving, muren zijn beschadigd, en het terrein wordt gebruikt als dumpplaats voor afval. In plaats van een bruisend ministerie is het een toevluchtsoord voor zwervers en verloedering geworden.
Meerde verhuizingen
Ondertussen bleef het ministerie zelf van locatie naar locatie zwerven. Nadat het jarenlang gehuisvest was aan de Fred Derbystraat, was de staf verhuisd naar het voormalige TCT-gebouw aan de Prins Hendrikstraat. Een tijdelijke oplossing, terwijl het ministerie eigenlijk al lang een eigen, functioneel gebouw had moeten zijn.
Verloren hoop?
In 2023 kwam er nog een sprankje hoop: studenten ontwierpen een herbestemmingsplan voor het gebouw. Ze presenteerden een voorstel waarmee het ministerie alsnog een functionele ruimte kon krijgen. Toch bleef het ministerie passief, en tot op heden is er geen enkele stap gezet om het gebouw af te maken of een nieuwe bestemming te geven.
Wat ooit een toekomstgericht plan was, is nu een schandvlek in de stad. De vraag blijft: wie neemt de verantwoordelijkheid?, terwijl het miljoenenproject langzaam wegrot.