Michel ‘Oom Biel’ Noordwijk (77) is geboren en getogen in de wijk Toekomst. De brandweerman in ruste, is al tientallen jaren verwikkeld in een strijd, met de Evangelische Broeder Gemeente Suriname (EBGS), over de aankoop van drie percelen waarop hij, zijn zoon en zus verblijven. “Alle percelen in deze wijk vallen onder het ressort Beekhuizen en behoren aan de gemeente Saron van de Broedegemeente,” vertelt de seniorenburger die nog helder van geest is.
Huurpacht
De grond is langer dan een eeuw geleden in huurpacht afgestaan aan zijn, reeds overleden, moeder. Het terrein was volgens de oude berekening tien akkers lang en zeven akkers breed. ‘Oom Biel’ heeft er moeite mee dat hij al ettelijke jaren betaalt voor de percelen, maar nog steeds geen eigenaar kan worden.
Voordat ik de pijp uitga, moet ik tot een schikking komen.‘Oom Biel’ van de Toekomstweg
“We betalen maandelijks srd drieduizend aan huurpacht. Men wil niet dat we afkopen. EBG praat over betalen. Als ik kom te overlijden, verdwijnt het terug in de boezems van Saron. Een deel van de bewoners mocht wel kopen. Het is onredelijk!. Hoe kan het dat je langer dan zeventig jaar betaalt voor een perceel? Dan had ik ook zelf een hypotheek kunnen, afsluiten om te bouwen,” spuugt hij zijn gal. Het kan bij de 77-jarige niet in dat hij als een contribuerende EBG’er zijn hele leven huurpacht betaalt. “Gaat de Broedergemeente zo met me om!?. Ik heb gevraagd om me een bedrag aan te bieden, zodat ik kan kopen, voordat ik doodga,” spreekt hij zijn woede uit. Noordwijk is van oordeel dat deze manier van handelen zijn ouderdom en gezondheid aantasten. “If Gado ‘nyan’ mi, wat dan? Voordat ik de pijp uitga, moet ik tot een schikking komen. Mi e begi EBG fu yep’ mi, fu mi no lib’ a pina gi den pikin fu mi na baka. Dis no kan! Ik heb mijn hele leven hier gewoond. Ik kon een groot appartement bouwen in Noord met de gelden die ik langer dan zeventig jaar betaal,” uit hij zijn frustratie.
‘Oom Biel’
Vroeger en nu
Hij kreeg de bijnaam ‘Oom Biel’ van zijn oom, zonder de betekenis daarvan te weten. Hij is het zevende kind van negen broers en zussen. Nu zijn ze nog met z’n drieën. Noordwijk heeft de omgeving in zijn jeugdjaren als beter ervaren. “Nu is het onstuimig. De criminaliteit en diefstallen, vieren hoogtij. Vroeger kon je, je huis openlaten en uitgaan. Nu ben je in je woning en toch stapt iemand je huis binnen. Desondanks leef ik gelukkig. Buren komen bij me zitten en we zetten geld bij elkaar. We gebruiken dan een opfrissertje. Soms soft en soms alcohol,” lacht ‘Oom Biel’ ondeugend. De oud-brandweerman merkt op dat de buurt heel veel is veranderd. “De straat waarin ik woon moest allang geasfalteerd zijn. Het is een belangrijke verbindingsweg. In de regentijd hebben we problemen. De weg wordt dan onbegaanbaar en daardoor ontstaan er grote kuilen. De goten worden al jaren niet opgehaald. Vroeger tijdens werkverschaffing, werd er wel gewerkt. Er werden dan gleuven gemaakt om het water te laten, wegstromen. Mi owru k’ba mi no man har’ grasi pur’ moro uit gotro.” ‘Oom Biel’ heeft drie kinderen verwekt met zijn vrouw. De oudste is 53 jaar en de laatste is 46 jaar.
Noordwijk is zesendertig jaar brandweerman geweest. “Ik heb altijd gezegd dat ik hierna geen ander dienstverband aanga. Ik heb de dienst als geweldig ervaren.” Hij is als hoofdbrandmeester eerste klasse afgezwaaid en heeft drieëndertig jaar, als hoofd van de Technische dienst, gewerkt bij de kazerne aan de Gemenelandsweg. De drie laatste jaren was hij commandant van de brandweerpost Toekomst. In zijn carrière heeft hij vele branden meegemaakt. Hij behoorde tot de technici die erop moest toezien, dat de pompen tijdens bluswerkzaamheden tijdig werden verwisseld. “Een pomp mag niet te lang in werking zijn,” haalt hij zijn werk herinneringen op. De redactie werkt aan een weerwoord van het EBGS-bestuur.