Brunswijk over Edward Belfort: “Famiri na famiri – we koesteren geen haat”
Tijdens een live ABOP TV-meeting dinsdagavond heeft partijvoorzitter Ronnie Brunswijk teruggeblikt op de politieke reis van de maandag overleden Edward Belfort. Brunswijk memoreerde openhartig hoe Belfort door de ABOP werd binnengehaald nadat minister Martin Misiedjan in 2012 werd bedankt als minister van Justitie en Politie.
“De partij was nog niet zo gegroeid. Dus ik heb mijn ‘broer’ geplaatst als minister. Ik heb de rechtenstudie voor Belfort betaald,” zei Brunswijk. Hij benadrukte dat Belfort, ondanks kritiek uit verschillende hoeken, een kans kreeg om zich te profileren binnen de partij.
Gekozen
Belfort werd daarna in 2015 als DNA-kandidaat geplaatst op nummer 17 in Paramaribo, nadat er intern bezwaar kwam van Alice Amafo tegen zijn benoeming als lijsttrekker, omdat zij op een wilde staan. “Hij is toen toch gekozen, en we hebben hem ondersteund tot hij kritiek begon te leveren op de partij.”Volgens Brunswijk werd Belfort op een gegeven moment zelfs voorgedragen voor royement.
Brunswijk gaf aan dat hij Belfort eens opbelde en het antwoord dat hij kreeg was:‘I no mus’ bel mi, want yu nanga Santokhi no e tyar’ a kondre bun.’”
Broer
Brunswijk benadrukte dat Belfort, ondanks zijn kandidatuur op de NDP-lijst, altijd als een broer werd beschouwd binnen de ABOP. “Hij is overleden als een DNA-lid van ABOP. Onze partij houdt niet van royeren, we praten tot het laatste moment.” De ABOP-voorzitter sloot af met een persoonlijke noot: “Als familie ben ik gegaan, en ik heb alles in goede banen helpen leiden. We koesteren geen haat naar niemand. Famiri na famiri – au tan.”