Conflict over commerciële feest op afgekeurde Carolinabrug
Op de afgekeurde Carolinabrug in het district Para, waar voetgangers nog regelmatig op lopen, is toestemming verleend voor een feest op 23 november tussen 17.00 en 03.00 uur.
Districtscommissaris (dc) van Para, Marlene Joden, reageert op de ontstane discussie rondom festiviteiten op de Carolina brug. Volgens Joden werkt zij altijd volgens advies van instanties zoals de politie en brandweer voordat vergunningen worden afgegeven. “Ik stuur mijn mail naar de politie, de brandweer en de bestuursambtenaren. Zij gaan oriënteren in het veld, en op basis daarvan teken ik de vergunning,” verklaart de dc.
Ik kreeg op de valreep een telefoontje dat er een bestuur is op plantage CarolinaMarlene Joden
Joden reageert specifiek op een klacht van Richard Slijters, die aangaf dat het bestuur van plantage Carolina overgeslagen zou zijn bij de organisatie. “Plotseling krijg ik op de valreep een telefoontje dat er een bestuur is op plantage Carolina dat ik niet ken. Als ik wist dat er een bestuur was, zou ik mijn bestuursambtenaren hebben gestuurd,” aldus Joden.
Ze benadrukt dat zij altijd met alle partijen samenwerkt. “Ik zit al 4,5 jaar als dc in Para. Ik heb alle andere plantages met besturen gekend en nooit iemand overgeslagen, ook niet de dorpshoofden,” zegt ze.
Over de keuze voor de brug als locatie zegt Joden: “Het is niet gebruikelijk dat er een festiviteit op een brug wordt georganiseerd. Maar als alle instanties positief advies geven, kan ik dat niet zomaar negeren. Als men mij de dood instuurt met positieve adviezen, dan zijn het de actoren die verantwoordelijk zijn.”
Joden benadrukt dat zij al het nodige heeft gedocumenteerd en naar de relevante instanties heeft gestuurd. “Ik heb alles op papier, inclusief een brief die is ondertekend door ongeveer 10 tot 11 bewoners van plantage Carolina,” legt ze uit.
Joden is van plan om in gesprek te gaan met alle betrokken partijen. “Ik ga straks met beide partijen praten. We willen het positieve,” besluit ze. Ze roept op tot respect in het proces en wijst erop dat het sturen van “onbeschofte advocaten” niet helpt.
De dc benadrukt dat zij correct handelt en dat haar bestuursambtenaren verantwoordelijk zijn voor de oriëntatie ter plaatse.